De classicale werkgroep Kerk&Israël Groningen-Drenthe heeft in mei 2023 een bezoek gebracht aan de “Gedenkplaats Esterwegen” in Emsland. Hieronder volgt informatie over een indrukwekkend bezoek aan de gedenkplaats en het klooster van de Franciscanessen.
Tussen 1933 en 1945 onderhield het nationaal-socialistische regime 15 gevangenenkampen in het Emsland en de Graafschap Bentheim. Als onderdeel van SS, justitie en Wehrmacht waren het allemaal oorden van nationalistische terreur. Tot in de Tweede Wereldoorlog moesten de gevangenen zware dwangarbeid verrichten in de veenontginningen, vanaf midden 1942 in de turf- en in de wapenindustrie en ook in de explosievenopruimingseenheden. De Emslandkampen waren een lijdensweg voor in totaal 80.000 concentratiekamp- en strafgevangenen en voor meer dan 100.000 krijgsgevangenen.
Het Kamp Esterwegen.
Op de plek van de huidige gedenkplaats bouwde het Duitse Rijk in de zomer van 1933 het concentratiekamp Esterwegen om politieke gevangenen onder te brengen. In de beginjaren viel het kamp rechtstreeks onder Heinrich Himmler. Een van de bekendste concentratiekampgevangenen was Carl von Ossietsky, drager van de Nobelprijs voor de Vrede van 1935. Tussen 1937 en 1945 was kamp Esterwegen een strafgevangenenkamp van justitie. In “Lager Süd” waren er verzetsstrijders uit verschillende West-Europesche landen (ook Joden) opgesloten, de zogeheten “Nacht- und Nebel-Gefangene”. Vlak na de oorlog was het een Brits interneringskamp en daarna een doorgangskamp voor vluchtelingen o.a. uit de DDR. Na die tijd werden alle gebouwen van het voormalige kamp afgebroken.
Gedenkplaats Esterwegen.
Kamp Esterwegen is nu een Gedenkplaats, die de herinnering aan alle 15 Emslandkampen en hun slachtoffers levend houdt. Het geldt als symbool tegen dictatuur, gewelddadige politiek en terreur, tegen nationalisme en racisme. Het roept op tot betrokkenheid bij mensenrechten, de rechtsstaat en de democratie. In het informatiecentrum worden tentoonstellingen en lezingen gehouden. De hoofdtentoonstelling documenteert de geschiedenis van de Emslandkampen tussen 1933 en 1945 en geeft het gebeurde chronologisch weer in de context van de geschiedenis van het “Derde Rijk” en van de regio. In het middelpunt staan de ervaringen van de gevangenen tijdens hun werk in het veen en hun leven en lijden in de kampen. De nevententoonstelling behandelt de latere geschiedenis, een nog steeds voortdurend proces.
Het buitenterrein.
De landschapsarchitectuur geeft de sporen van het vroegere kamp weer en “vertaalt” niet meer zichtbare delen. De plaatsen van de vroegere barakken worden door “boompakketten” zichtbaar gemaakt. Met de bedekking van het voormalige gevangenenterrein door lava, moet een roodbruin veenlandschap gesuggereerd worden. Een looppad van stalen platen verbindt de historische plek van kamp Esterwegen met een naburig stuk veen, dat symbool staat voor de plaats van de zware dwangarbeid.
Klooster Esterwegen.
Toen in mei 2006 begonnen is met de bouw van een gedenkplaats heeft het bisdom Osnabrück het initiatief genomen, op het terrein een klein religieus centrum op te richten, om zo de herinnering aan het lijden van de gevangenen levend te houden en een mogelijkheid te bieden om te gedenken. Het klooster moest bewust bescheiden van opzet zijn en gastvrijheid bieden aan mensen die de gedenkplaats bezoeken. Het klooster heeft een groene binnenplaats waar bezoekers heen kunnen om zich te ontspannen. Het publieke gedeelte van het klooster bestaat uit een drietal ruimtes. Iedere ruimte is er om innerlijke emoties en gevoelens te verwerken.
Het lied van de veensoldaten.
In de ruimte bij de ingang staan 3 betonblokken, geplaatst in een nis van lokale turf. Een herinnering aan de gevangenen en hun noodlot: aan de standvastigheid van hun gewetensovertuiging tijdens de onmenselijke nazitijd. Op iedere zuil staan 2 coupletten gedrukt van “Het lied van de veensoldaten”, het lied dat in 1933 door gevangenen van het nabijgelegen concentratiekamp “Börgermoor” is geschreven en dat internationaal bekend werd als getuigenis van het verzet tegen het naziregime. Het zou als testament gelezen kunnen worden en geeft ons ook nu nog een idee over de nood en de miserabele toestand waarin de gevangenen zich bevonden.
De ruimte van de sprakeloosheid.
Het licht in deze ruimte is bewust indirect en diffuus. Hier voelt men wat gevangenschap voor velen heeft betekend en hier krijgt men tevens stof tot nadenken over hoe verraderlijk het toen was en ook nu nog kan zijn. De beeldhouwer legde midden in de ruimte een spoorwissel. Rails van vroegere treinen door het veen doorkruisen een kruisvormig platvorm van eikenhout. Op deze rails werd destijds de, door de gevangenen gestoken turf, naar de verzamelplaats getransporteerd. De kruisvormige wissel stelt zowel een oud als een nieuw spoor voor. Destijds leidde dit naar een verschrikkelijk, onmenselijk doel. Nu echter leidt het naar hedendaagse mensen, die hier iets leren en hun nieuwe kennis kunnen uitdragen. In deze ruimte is ook het altaar in de vorm van een turflorrie. De verroeste wielen zijn oude relikwieën van de spoorweg in het veen. Zoals vroegchristelijke altaren op de graven van de martelaren geplaatst werden, zo doet dit altaar denken aan het folterwerktuig van de veensoldaten.
De Kapel.
De sfeer van deze plek wordt als het ware “verlicht” door vensters van opaalglas. Weliswaar kan men niet door de vensters kijken, maar men krijgt wel een vermoeden van het licht aan de andere zijde, dat ons eens veel krachtiger zal worden gegeven. De veensoldaten leggen hiervan al getuigenis af in het laatste couplet van hun lied. Aan de zijwand hangt een groot eenvoudig kruis met korte dwarsbalk. De kunstenaar schrijft: “In de dikke eik, waaruit de plank gezaagd werd, is de termijn van 60 jaar na de oorlog slechts een handbreed en is deze korte dwarsbalk een onvolgroeide tak met granaatinslag van 1944/1945. Dit kruisteken hangt als een wig met het licht vergroeid. Deze wond is genezen en gaf het kruis zijn vorm”.
Een vertaling van het Lied van de Moorsoldaten. (Veensoldaten): W. Langhoff
1. Waarheen we de blik ook keren, 4. Huiswaarts, huiswaarts de gedachten
veen en hei slechts om ons heen. steeds naar ouders, vrouw en kind.
Elk genot hier te ontberen, Dat geeft ons toch weer de krachten,
troosteloosheid straalt van ’t veen. is wat ons aan ’t leven bindt.
Refrein: Wij zijn de veenbrigade Refrein: Wij zijn de veenbrigade
en trekken met de spade in het veen
2. Hier op deze kale vlakte 5. Wachten zijn steeds op hun posten,
werd voor ons dit kamp gebouwd. achter ’n haag van prikkeldraad.
Daar zijn wij, toen men ons pakte, Vlucht zal slechts het leven kosten,
achter ’t prikkeldraad gestouwd. geen kans hier voor ’n veensoldaat.
Refrein: Wij zijn de veenbrigade ………….. Refrein: Wij zijn de veenbrigade ………….
3. ’s Morgens trekken wij in rijen 6. Maar wij mogen toch niet klagen,
Om te werken, naar het veen. eeuwig kan ‘t geen winter zijn.
Graven, in de hitte lijden, Eenmaal komen voor ons de dagen,
met de wachten om ons heen. dat we zeggen: eindelijk vrij!
Refrein: Wij zijn de veenbrigade ……………. Refrein: Dan trekt de veenbrigade niet
meer met de spade in ‘t veen.
Margriet Volders