Gelijkenissen moeten verontrusten

Nieuwtestamentische commentatoren hebben nogal eens de neiging om een gelijkenis te ‘domesticeren,’ stelt Amy-Jill Levine in haar boek Short Stories by Jesus. The Enigmatic Parables of a Controversial Rabbi, uit 2014. Levine, geboren in 1956, is professor Nieuwe Testament en Joodse Studies aan Hartford International University for Religion and Peace. Ze noemt zichzelf “een criticus van antisemitische, sexistische en homofobe theologieën” (bron: Wikipedia).

In haar boek bespreekt ze een aantal bekende gelijkenissen van Jezus en fileert op prettig-kritische wijze de verschillende uitleggingen van de parabels. Want te vaak worden door nieuwtestamentici de parabels onschadelijk gemaakt en ontdaan van hun verontrustende karakter. Levine probeert in haar analyse zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst van de historische, joodse Jezus te komen en er als het ware het christelijke sausje van interpretatie vanaf te schrapen.

Ter illustratie bespreek ik hier haar analyse van de gelijkenis over de koopman die een parel vond (Mat. 13:45-46), “The Pearl of Great Price” (p.139-164). Deze gelijkenis wordt meestal gelezen als een christelijke allegorie over discipelschap. De man die de parels zoekt, is Jezus. Of, in een andere uitleg, Christus is juist de uitzonderlijk waardevolle parel. Maar hoe hebben de eerste, joodse hoorders deze korte parabel gehoord? En wat staat er nu precies?

Er staat niet: “het koninkrijk van de hemel is als een koopman.” Er staat: … is als een mens, een koopman…” Levine legt uit: hij is allereerst mens, daarna koopman. Mens zal hij altijd blijven, maar hij blijft misschien geen koopman. Want als hij alles wat hij heeft verkoopt en daarmee de parel van grote waarde koopt, heeft hij geen verder bezit meer, geen zaken om mee te handelen. Er zijn commentatoren die zeggen: “Ja, die parel verkocht hij daarna natuurlijk, om weer verder te kunnen handelen.” Maar daarmee vul je teveel in, want dat staat niet in de parabel. En wat zou er de zin van zijn, als hij de parel die hij juist met zoveel moeite had gekocht, weer zou verkopen? Zo redeneer je juist dat wat verontrustend is weg.

Levine richt zich daarna op de vraag waar de parel van uitzonderlijke waarde voor zou kunnen staan. In het evangelie van Thomas wordt de parel beschouwd als metafoor voor kennis die niet vergaat. Het is iets geestelijks geworden in plaats van iets materieels. En in dit evangelie verkoopt de koopman niet “alles wat hij heeft”, maar slechts zijn koopwaar. De verrassing is wegverklaard uit de parabel.

Een andere uitleg is die, waarin de parel staat voor een offer. De ware discipel is degene die erkent dat Gods koninkrijk zo waardevol is, dat je daar alles voor wilt opofferen. Maar de korte gelijkenis gebruikt geen woorden die verwijzen naar een offer. De koopman is zoekend, niet opofferend. De koopman wisselt datgene wat voor hem van minder waarde is in voor datgene wat voor hem van grotere waarde is.

 

In deze gelijkenis, stelt Levine aan het slot van haar bespreking van de parabel, gaat het om een parel die niet simpelweg de mooiste is van een heel aantal, maar die kwalitatief echt anders is. De waarde van de parel is ook geen relatieve waarde, het gaat hier om alles of niets. De koopman wil de parel die voor hem van ultieme waarde is kopen en verkoopt daarvoor alles wat hij heeft. En daarmee is hij geen koopman meer, maar is hij “de man die de uitzonderlijk waardevolle parel bezit”  geworden.

Wat is jouw parel van uitzonderlijke waarde? vraagt ze dan aan de lezer. Ze vertelt dat ze gedurende het collegeseizoen op maandagavond college geeft in Riverband Maximum Security Prison, een gevangenis met een death row. Haar studenten bestaan daar voor de helft uit ‘gewone’ studenten en voor de andere helft uit gevangenen die levenslang hebben gekregen. Ze besprak met hen deze gelijkenis en vroeg haar studenten: Wat is jouw parel van uitzonderlijke waarde? Waarvoor zou je alles opgeven om die parel te verkrijgen? Een van de Riverband studenten zei: “Vrijheid”. Hij zou er alles voor doen, psychologische tests, anger management cursussen, noem maar op, om vrij te zijn. Dan zou hij niet meer de gevangene zijn, maar een vrij mens die zichzelf opnieuw moest uitvinden. Een ander zei: “Veiligheid.” Hij had er alles voor over om niet een mes in z’n rug te krijgen op een onverwacht moment.

Levine stelt: het ging de historische Jezus om prioritering. Het koninkrijk van de hemel, dat baanbreekt in deze wereld, vraagt ons om te handelen. Waar ligt onze prioriteit, bij onze voorbereiding op deze nieuwe realiteit? De parabel over de koopman die de waardevolle parel kocht, wil ons onrustig maken. Dat is wat parabels doen.

Hennie Marsman
predikante van de Protestantse Gemeente Varsseveld