- Het was de dag van Simchat Torah, het feest van de Vreugde der Wet. Dan dansen de Joden in de synagogen met de Torahrollen in hun armen. Maar deze keer dansten ze terwijl hun tranen vloeiden. Want op zaterdag 7 oktober, om 6:35 uur, viel Hamas vanuit de Gazastrook Israël binnen. En een gruwelijk bloedbad werd aangericht. Een jongerenfestival liep uit op een urenlange beestachtige slachtpartij.
Hamas pakte zijn kans. En probeerde opnieuw waar te maken wat er in zijn handvest staat: vrede met Israël is niet mogelijk, want een Joodse staat op wat Arabische grond is kan en mag niet bestaan. Dus moeten alle Joden weg, goedschiks of kwaadschiks. En dus opnieuw een aanval, een overval, op de dag dat Israël in de synagogen de woorden van de Torah las. Over de liefde van en tot God en jegens de naaste.
Het is eerder gebeurd, dat op een Joodse feestdag de staat Israël is overvallen: op Grote Verzoendag, Jom Kippoer, 1973. Een gezamenlijke aanval van Egypte en Syrië.
En dan opnieuw, in 2023. Op Simchat Torah, 7 oktober. De aanval van Hamas. Joden worden vermoord, gijzelaars ontvoerd naar Gaza, raketaanvallen.
En dan de Israëlische tegenaanval. Gaza. Meer dan twee miljoen mensen wonen daar in een strook land tweemaal zo groot als Texel. Raketten vanuit Israël. Honderdduizenden mensen op drift. Water, medische zorg, alles lijkt op te raken. Hoe moet dit verder….? Stil, de hand op de mond, want is hier nog de Naam des Heren bij te noemen…?
Hoe nu verder…
En dan sla ik toch de Bijbel open. Woorden uit Israël. Psalm 87. Een lied als een profetie namens de Heilige van Israël over Jeruzalem.
De HEERE heeft de poorten van Sion lief.
Ik noem Rahab en Babel onder wie Mij kennen;
zie, de Filistijn en de Tyriër, met de Cusjiet:
die zijn daar geboren. (Herziene Statenvert.)
En ik herinner mij de woorden uit de oude berijming:
- De Filistijn, de Tyriër, de Moren
zijn binnen u, o Godsstad, voortgebracht.
Van Sion zal het blijde nageslacht
haast zeggen: “Deez’ en die is daar geboren”. - God zal hen zelf bevestigen en schragen
en op zijn rol, waar Hij de volken schrijft,
hen tellen, als in Israël ingelijfd,
en doen de naam van Sions kind’ren dragen.
En ik realiseer me: het woord ‘Palestijn’ is etymologisch precies hetzelfde woord als ‘Filistijn’. Overigens: alleen etymologisch. Want de Filistijnen waren Europees van afkomst, en Bijbels beschouwd zijn dat kinderen van Jafeth. De Palestijnen zijn Arabieren, afstammelingen van Ismaël, de zoon van Abraham en Hagar. Kinderen van Sem. En de Israëlieten zijn ook kinderen van Sem, nakomelingen van Abrahams zoon Izaak en kleinzoon Jakob, die later Israël genoemd wordt.
Ik hoor Psalm 87. “Als in Israel ingelijfd”, wordt er gezongen, “kinderen van Sion”.
Het is toch geweldig! Gods grote hart waarin voor elk volk ruimte is in de Godsstad. Israël eerst, ja, want dat is de eerstgeborene, maar ook die andere volken in en rondom Jeruzalem.
De Palestijn, de Tyriër (uit Tyrus, Libanon), …
Sions kinderen …
Dat er dan vrede mag komen, in onze dagen nog, ruimte voor allen die daar wonen: in Israël, in Palestina. Dat zij het elkaar gunnen: er te mogen zijn.
Moge dat als christenheid, als kerk, ons gebed zijn.
Ds. Ineke Thurkow-Wierenga, Beilen